Info
Gamelan ensemble Widosari is in 1993 opgericht door musicus Elsje Plantema, vanuit het ideaal om de beste Nederlandse gamelanspelers bijeen te brengen en een ensemble te creëren dat zich met hart en ziel inzet voor de muziek. Het geheim van Widosari is het samenspel, waarbij de individuele prestatie altijd in dienst staat van het geheel. Oren op steeltjes en een open hart. Widosari speelt vandaag muziek uit Midden Java in deze Gadhon-bezetting. Het repertoire is gebaseerd op de grote hoftradities, met stukken uit het concertrepertoire, de wayangvoorstelling en het dansrepertoire.
Het repertoire van Widosari omvat klassiek Javaanse muziek, maar ook nieuwe composities voor gamelan en westerse instrumenten. Wayang Kulit (het Javaanse schimmenspel) begeleiden is ook een passie van de groep. Dhalang (wayang-poppenspeler) Ki Joko Susilo noemde Widosari na een gezamenlijk project 'het beste gamelanorkest buiten Java'.
In 2018 werd het 25-jarig bestaan van Widosari gevierd met Shadows of Java : Wayang Kulit, klassiek Javaanse gamelanmuziek en nieuwe muziek door Widosari & friends: dhalang Ki Joko Susilo, de Javaanse topmusici Peni Candra Rini en Guntur Sulistiyono, saxofoniste Yukari Uekawa en Patrick Votrian op trombone. Kort daarop viel Widosari de eer te beurt drie concerten te geven op het International Gamelan Festival in Solo, Midden Java.
Elsje Plantema (artistieke leiding) ontving in 2011 de Professor Teeuwprijs voor haar decennialange promotie en ontwikkeling van de gamelan in Nederland, als initiatiefnemer en docent, aan o.a. het Rotterdams Conservatorium en het Conservatorium van Amsterdam.
De Javaanse gamelan staat bekend om zijn bronzen gongs in soorten en maten (van 10 tot 90 cm doorsnede!), gecombineerd met instrumenten met bronzen klankstaven, trommen, snaarinstrumenten en zangstemmen. Vaak spelen er wel 25 musici in een orkest.
Minder bekend is dat er ook kamerensembles voorkomen: kleine orkestjes (“Gadhon”) met alleen de meest essentiële instrumenten: het strijkinstrument rebab, gendèr (bronzen metallofoon met 14 toetsen), kendang (trommen), tjelempung (tokkelinstrument), slentem (bronzen metallofoon met 7 toetsen), gong en zangstemmen. Met elkaar vormen ze een zeer welluidend en flexibel ensemble. De grote orkesten vindt je vooral in de openlucht, de kleine ensembles juist in de huizen van kenners en liefhebbers.