Info
Koepelkerkorganisten Christiaan de Vries en Matthias Havinga spelen een quatre-mains programma. De Duitse romantiek, die zo goed aansluit bij de klankwereld van het schitterende Bätz-orgel uit 1830, zal centraal staan met muziek van Felix Mendelssohn-Bartholdy, Robert Schumann en Johannes Brahms.
Er klinken enkele van de topstukken voor orgel solo, zoals Mendelssohns zesde sonate over ‘Vater unser im Himmelreich’, en zijn vierde sonate, met opgetogen, briljante hoekdelen en prachtig lyrische middendelen. Ook de orkestmuziek komt aan bod, gespeeld door de beide organisten samen. Zo klinkt een poëtisch Adagio uit de Serenade op. 16 van Brahms, en wordt het concert besloten met de schitterende ouverture van Mendelssohns’ oratorium Paulus, waarin het Lutherse koraal ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’ centraal staat.
Schumann is dit keer verantwoordelijk voor de lichte toets: op het Bätz-orgel klinken dansjes uit zijn ‘Ballszenen’, van origine voor piano quatre-mains. Kortom, een afwisselend programma dat u aan de hand van drie briljante geesten overtuigend terugvoert naar de ontstaanstijd van het orgel.